Home

Overzichten

Door het opnemen van een geprognosticeerde balans krijgt de raad meer inzicht in de ontwikkeling van onder meer investeringen, het aanwenden van reserves en voorzieningen en de financieringsbehoefte.
 
Geprognosticeerde balans per 31-12(x €1.000)

 Rekening 

 Begroting 

 Begroting 

 Begroting 

 Begroting 

 Begroting 

(in duizenden euro's)

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Vaste activa:

Immateriële vaste activa

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

1.282

1.344

1.170

1.090

1.011

932

Materiële vaste activa

Investeringen met een economisch nut

38.006

49.561

56.412

53.608

59.552

57.135

Investeringen met een economisch nut ter bestrijding een heffing

17.397

20.212

19.057

18.145

17.318

16.479

Investeringen met een maatschappelijk nut

15.631

19.810

25.258

23.606

22.160

20.747

Financiële vaste activa

Woningcorporaties

1.410

1.309

1.204

1.094

978

857

Deelnemingen

144

144

144

144

144

144

Overige langlopende leningen

7.895

9.793

8.227

7.862

7.488

7.109

Totaal vaste activa

81.765

102.173

111.472

105.549

108.651

103.403

Vlottende activa:

Voorraden

Onderhanden werk, bouwgronden in exploitatie

5.423

9.836

5.892

5.892

5.892

5.892

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Vorderingen op openbare lichamen

5.617

5.000

5.000

5.000

5.000

5.000

Uitzettingen in 's Rijksschatkist

19.772

800

800

800

800

800

Overige vorderingen

3.766

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Liquide middelen

Kassaldi

16

10

10

10

10

10

Banksaldi

664

603

400

400

400

400

Overlopende activa

Vooruitbetaalde bedragen ten laste van volgende begrotingsjaren

70

50

50

50

50

50

Totaal vlottende activa

35.328

18.299

14.152

14.152

14.152

14.152

Totaal activa

117.093

120.472

125.624

119.701

122.803

117.555

Toelichting op de vaste activa
1. Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa zijn te onderscheiden in:

  • Kosten sluiten geldleningen
  • Kosten onderzoek en ontwikkeling
  • Bijdragen in activa van derden

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verstrekte bijdragen (bijdragen in activa van derden) dan wel de directe kosten en rente (plankostenkredieten).
Op de bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt lineair afgeschreven. De afschrijvingstermijn is dezelfde als die wordt gehanteerd voor soortgelijke eigen materiële activa.

2. Materiële vaste activa
Alle materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief en verminderd met afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Deze duurzame waardeverminderingen worden onafhankelijk van het resultaat van een boekjaar in aanmerking genomen.

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. De materiële vaste activa zijn naar de volgende categorieën in te delen:

  • Activa met een economisch nut;
  • Activa met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven (heffings-gerelateerd economisch nut);
  • Activa in de openbare ruimte met meerjarig maatschappelijk nut.

Activa met een economisch nut
In erfpacht uitgegeven gronden.
De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs (i.c. de waarde die bij eerste uitgifte als basis voor de canonberekening in aanmerking is genomen). Gronden waarvan de erfpacht eeuwigdurend is afgekocht, zijn tegen registratiewaarde gewaardeerd.

Overige investeringen met economisch nut
Op de activa met een economisch nut wordt afgeschreven. Behoudens enkele uitzonderingen wordt lineair afgeschreven. De afschrijvingsduur is bepaald op de verwachte economische levensduur en is per soort activa in de Financiële Verordening vastgelegd.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.

3. Financiële vaste activa
De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De waardering is gebaseerd op de historische kostprijs c.q. aanschafprijs, verminderd met - voor wat de geldleningen betreft - de aflossingen op de geldleningen. Indien de marktwaarde van een financieel vast actief duurzaam lager is dan de aanschafwaarde vindt afwaardering tot de lagere marktwaarde plaats. Bij (dreigende) oninbaarheid van leningen wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van de lening.
Op deelnemingen en effecten wordt niet afgeschreven. De werkelijke waarde kan afwijken van de nominale waarde.

Vlottende activa

1. Voorraden
De voorraden worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs.
Indien de marktwaarde duurzaam lager is dan de verkrijging- of vervaardigingsprijs worden de voorraden gewaardeerd tegen de marktwaarde. De waardevermindering wordt gerealiseerd door de vorming van een verliesvoorziening (grondexploitatie, die in mindering wordt gebracht op de boekwaarde van de voorraad.

De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken). Rente op grondexploitaties wordt geactiveerd en is daarmee ook onderdeel van de vervaardigingsprijs.

2. Kortlopende vorderingen
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid wordt een voorziening gevormd die in mindering wordt gebracht. Volgens de gekozen beleidslijn wordt er voor de vordering op openbare lichamen geen voorziening getroffen. Inzake het saldo “overige debiteuren” wordt op basis van de ouderdomsanalyse een percentage van de hoofdsom als voorziening berekend.

3. Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.

Pasiva

 Rekening 

 Begroting 

 Begroting 

 Begroting 

 Begroting 

 Begroting 

(in duizenden euro's)

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Vaste passiva:

Eigen vermogen

Reserves

Algemene reserve

        4.456

        4.456

        4.456

        4.456

         4.456

        4.456

Bestemmingsreserves

      34.167

      25.310

      27.533

      25.355

       25.355

      25.355

Het gerealiseerde resultaat

        2.225

                 -

                 -

                 -

                  -

                 -

Voorzieningen

        4.515

        6.907

        5.477

        5.477

         5.477

        5.477

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

Binnenlandse banken en overige 

      58.706

      63.191

    62.550

      58.805

      61.907

     56.659

financiële instellingen

Waarborgsommen

                8

                8

                 8

                 8

                 8

                 8

Totaal vaste passiva

   104.077

      99.872

    100.024

      94.101

       97.203

      91.955

Vlottende passiva:

Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

Overige kasgeldleningen

                 -

      10.000

      10.000

      10.000

       10.000

      10.000

Overige schulden

        8.341

      10.000

      15.000

      15.000

       15.000

      15.000

Overlopende passiva

De van EU, Rijk en provincie ontvangen 

        4.616

            500

            500

            500

             500

            500

voorschotbedragen

Overige vooruitontvangen bedragen

              59

            100

            100

            100

             100

            100

Totaal vlottende passiva

      13.016

      20.600

      25.600

      25.600

       25.600

      25.600

Totaal passiva

   117.093

   120.472

    125.624

    119.701

    122.803

    117.555

Toelichting op de passiva

Eigen vermogen
Reserves worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Voorzieningen
Volgens het BBV mag er een voorziening worden gemaakt in deze vier gevallen:

  • Er zijn verplichtingen en verliezen waarvan de hoogte op de balansdatum niet zeker is, maar die wel redelijk ingeschat kunnen worden;
  • Er zijn op de balansdatum risico’s die kunnen leiden tot verplichtingen of verliezen, waarvan de hoogte al redelijk in te schatten is;
  • Er zullen kosten worden gemaakt in een volgend begrotingsjaar. Hiervoor mag een voorziening worden gevormd als het maken van die kosten zijn oorsprong mede in het huidige of in voorafgaande begrotingsjaren vindt en de voorziening is bedoeld om de lasten gelijk te verdelen over een aantal begrotingsjaren;
  • Er worden bijdragen verstrekt aan toekomstige vervangingsinvesteringen,

Langlopende schulden
Onder vaste schulden worden verstaan de schulden met een rente typische looptijd van langer dan 1 jaar. De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke waarde verminderd met de aflossingen.

Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Deze pagina is gebouwd op 12/02/2021 13:05:08 met de export van 12/02/2021 12:54:23